لا يسمعون حسيسها وهم في ما اشتهت انفسهم خالدون ١٠٢
لَا يَسْمَعُونَ حَسِيسَهَا ۖ وَهُمْ فِى مَا ٱشْتَهَتْ أَنفُسُهُمْ خَـٰلِدُونَ ١٠٢

١٠٢

Zij zullen er geen geluid van horen. En in wat hun zielen verlangen zullen zij eeuwig levenden zijn.
Tafseers
Reflecties en lessen
Notes placeholders